De toe-eigening van meester Jezus -geboren Yeshua
Hoe veilig blijft het om kerstmis -herinnering aan verlichting en verbroedering- te belijden, vorm te geven?
De toe-eigening van meester Jezus -geboren Yeshua
Wat vaak wordt vergeten -of misschien beter gezegd: actief is uitgewist- is dat Jezus niet het begin was van een nieuwe religie. Hij was een Jood onder Joden, gevormd door de Thora, de profeten en de eeuwenoude praktijk van herinneren door leven: zachor. Zijn woorden, gelijkenissen en -vermeende- morele radicaliteit waren geen breuk met het Jodendom, maar een verdieping ervan.
Toch is Jezus in de loop der tijd in beslag genomen. Niet door zijn directe volgelingen, maar vanaf de vierde eeuw door een systeem dat orde, continuïteit en gezag nodig had. Het christendom, zoals het zich later ontwikkelde, heeft Jezus losgemaakt van zijn oorsprong en opnieuw vormgegeven. Niet meer als herinnering aan het leven, maar als eigendom. Zijn Jood-zijn werd daarbij geen nuance, maar een misschien wel hinderlijke waarheid.
Dit is waar macht zichtbaar wordt. Niet door geweld alleen, maar ook door herinterpretatie. - Visiewijszer
Wanneer waarheid te ontwrichtend wordt, wordt zij herschreven. Niet grof, maar subtiel. Stap voor stap. Het verhaal blijft bestaan, maar de bedding verdwijnt. Zo kon Jezus worden verheven tot universeel symbool, terwijl juist zijn concrete, Joodse worteling werd weggesneden. Dat maakte hem veiliger. En bruikbaarder.
Wat hiermee verloren ging, is niet alleen historische correctheid, maar een moreel geheugen. Want het Joodse denken herinnert voortdurend: vrijheid is kwetsbaar, macht corrumpeert, en herinnering is een plicht. Precies dát maakt het gevaarlijk voor systemen die leven van volgzaamheid.
Het is geen toeval dat op het moment dat Jezus werd ontdaan van zijn Jood-zijn, ook ruimte ontstond voor haat. Wanneer de bron wordt losgekoppeld van het verhaal, kan diezelfde bron later tot probleem worden verklaard. Zo ontstaat een paradoxale en pijnlijke werkelijkheid: een religie die haar bestaansrecht ontleent aan een Joodse leraar, maar diens volk marginaliseert, vervolgt en demoniseert, tot op vandaag.
Misschien is dit wel de meest kwetsbare waarheid van allemaal: elke waarheid kan worden vervormd wanneer macht zich bedreigd voelt. Zelfs een waarheid die over liefde, gelijkwaardigheid en menselijkheid spreekt.
Daarom is de vraag naar Kerst geen onschuldige: Wat vieren we, wanneer de oorsprong is uitgegumd? Wat herdenken we, wanneer herinnering is ingeruild voor ritueel? En hoe veilig is een samenleving die liever een ongevaarlijke mythe koestert dan een confronterende waarheid draagt?
Het collectief geheugen weet dit. Het fluistert in patronen, in herhaling, in de pijn die telkens terugkeert wanneer herinnering wordt genegeerd. Antisemitisme is geen losstaand verschijnsel, maar een alarmsignaal van vergeten. Van het loslaten van herinneren door leven, het morele waarschuwingssysteem dat zegt: let op, hier gaat iets mis.
Misschien vraagt deze tijd daarom niet om een correctie van het verhaal, maar om herstel van herinnering door leven. Niet om Jezus terug te nemen van het christendom, maar om hem terug te plaatsen in zijn oorsprong. Als Jood. Als herinnering van leven. Als weerspiegeling voor elke vorm van macht die waarheid wil bezitten.
De bekende afbeeldingen van meester Jezus: blank, lang golvend haar, zachte gelaatstrekken, is historisch zelfs hoogst onwaarschijnlijk. Afkomst, klimaat, leefomstandigheden en genetische realiteit wijzen op een totaal ander uiterlijk.
Deze beeldvorming is niet zomaar een detail. Zij toont hoe macht werkt: door het eigene herkenbaar te maken voor de dominante cultuur. Wat op ons lijkt, vertrouwen we sneller. Wat afwijkt, maakt ongemakkelijk. Zo wordt ver- beelding een instrument van volgzaamheid.
Jezus is door het christendom in beslag genomen. Niet als mens, niet als Jood, maar als machtsstructuur. Zijn bedding werd losgelaten, zijn traditie geneutraliseerd.
Het Joodse principe van zachor -herinneren door leven, verdween aldoende uit beeld. Terwijl juist het principe van herinneren macht ondermijnend werkzaam is. Want wie herinnert, vergelijkt. Wie vergelijkt, stelt vragen. En wie vragen stelt, is lastig te manipuleren.
Elke waarheid kan worden vervormd wanneer macht in het gedrang komt. - Visiewijszer
Zijn twaalf discipelen waren geen heiligen, maar mensen zoals jij en ik. Elk belichaamde een menselijke deugd én zwakte: moed, twijfel, trouw, verraad, inzicht, angst, gelijkheid, broederschap. Zij stonden voor: moed zonder geweld, waarheid zonder dwang, trouw zonder zekerheid, liefde zonder garantie. De discipelen herinnerden niet door te overheersen, maar door te doorleven wat kwetsbaar is, het leven zelf. Dat alleen al maakte hen gevaarlijk voor systemen die draaien op angst, controle, en volgzaamheid.
Samen vormen zij dan ook geen hiërarchie, maar een spiegel van de menselijke ervaring. Geen macht, maar waarden. Hier spreekt het collectief geheugen tot ons: verhalen die niet bedoeld zijn om te gehoorzamen, maar om te herinneren wie wij zijn.
De rituelen zijn commercieel geworden. De betekenis is vervaagd. Wat overblijft, is een veilig, volgzaam verhaal, ontdaan van zijn diepte en scherpte.
In onze tijd waarin antisemitisme opnieuw zichtbaar wordt, krijgt dit alles urgentie. Wat zegt het over ons collectieve bewustzijn wanneer we het Jood zijn van meester Jezus negeren, terwijl Joden opnieuw doelwit zijn van haat en geweld?
Geschiedenis verdwijnt niet wanneer zij wordt vergeten. Zij herhaalt zich, tot aan het moment dat wij het vermogen ontwikkelen voor verandering.
Slotgedachte
Misschien is meester Jezus geen figuur om te aanbidden, maar om te herinneren hoe macht zich ontwikkeld. Niet als bezit van een religie, maar als herinneraar aan het leven. Als iemand die ons confronteert met de vraag:
Wat gebeurt er wanneer we waarheid inruilen voor macht? Wat gebeurt er wanneer herinnering plaatsmaakt voor volgzaamheid?
Maar vooral het feit dat wat wij vergeten het leven te herinneren, terugkeert. En misschien is dat wel het verhaal van wederopstanding. Heeft een andere betekenis. Niet als wonder dat zich ooit voltrok, niet als bewijs van goddelijke macht, maar als een wetmatigheid van waarheid.
Wat wordt onderdrukt, verdwijnt niet. Wat wordt toe-eigenend herschreven, verliest zijn kracht niet. Wat uit het bewustzijn wordt verdrongen, keert terug: soms zacht, soms gewelddadig, maar altijd onvermijdelijk.
Wederopstanding is dan geen overwinning op de dood, maar op vergetelheid uit het collectief geheugen. Het is het moment waarop herinnering, ondanks alles, weer opstaat. Wanneer een waarheid die te ontwrichtend werd geacht, opnieuw zichtbaar wordt. Wanneer een verhaal dat veilig is gemaakt, zijn scherpe rand terugvindt.
Ons collectief geheugen weet dit. Die kennis zit dieper dan woorden. Ze ligt opgeslagen in verhalen, symbolen, rituelen. Niet om herhaald te worden als traditie, maar om opnieuw te worden herkend. Kerst is zo’n herinneringspunt. Een uitnodiging om stil te staan bij wat menselijkheid vraagt wanneer macht lonkt en veiligheid boven waarheid wordt verkozen.
Maar waar herinnering ongemakkelijk wordt, ontstaat vervanging. Ritueel neemt de plaats in van bewustzijn. Consumptie vervangt bezinning. De geboorte van een kind wordt een decorstuk, losgetrokken van zijn wezenlijke afkomst, ontdaan van zijn context, en veilig gemaakt voor algemeen gebruik. Zo blijft het feest bestaan, maar verdwijnt de inhoud.
De discipelen stonden juist voor het tegenovergestelde:
Petrus belichaamde moed die struikelt.
Johannes belichaamde liefde die blijft.
Thomas belichaamde twijfel die eerlijk is.
Maria Magdalena belichaamde trouw voorbij afwijzing.
Samen vormend een
levend geheugen: een voortdurende herinnering aan wat er gebeurt wanneer mensen weigeren hun menselijkheid op te offeren aan angst.
En precies daar raakt het aan onze tijd. Ook nu roept waarheid weerstand op. Ook nu wordt veiligheid verkocht als hoogste goed, terwijl ze vaak wordt gekocht met volgzaamheid. Wanneer wij blijven weigeren ons collectief geheugen te gebruiken, wordt het gevaarlijk. Niet omdat het ons bang maakt, maar omdat het ons confronteert met gevolgen in het heden, geworteld in het verleden, richting de toekomst.
De vraag is daarom niet of we Kerst nog kunnen vieren. De vraag is of we het leven durven herinneren. Durven we te erkennen dat Jezus een Jood was, geworteld in een andere traditie? Durven we te zien dat haat tegen Joden oplaait wanneer een zonde bok gezocht wordt? Durven we toe te laten dat deugden als moed, waarheid en liefde geen garantie voor veiligheid bieden, maar wel betekenis heeft? Maar bovenal: Jezus een mens was zoals jij en ik?
Misschien is Kerst geen geruststelling. Misschien is het een waarschuwing. Een zacht, maar volhardend signaal uit ons collectief geheugen dat fluistert: wanneer herinnering verdwijnt, keert geweld terug.
En misschien vraagt deze tijd niet om luidere, uitbundigere vieringen, maar om een
diepere herinnering van het leven.
Niet om volgzaamheid, maar om moed. Niet om zekerheid, maar om menselijkheid.
Vanuit liefde gekregen, vanuit liefde geschreven John.

